woensdag 11 april 2012

F-16’s Air Task Force Afghanistan mogen ook opstijgen om bondgenoten te helpen

De F-16's van de Nederlandse Air Task Force (ATF) in de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif mogen voortaan ook opstijgen om bondgenoten in nood te steunen.

Dat heeft minister Hans Hillen van Defensie dinsdag in een overleg met de Tweede Kamer gezegd. Tot nu toe mochten de F-16’s wel in actie komen als ze al in de lucht waren, en opstijgen om Nederlanders te helpen.

Ze mochten volgens echter niet de lucht in om bondgenoten te redden.

Hillen legde de schuld van de situatie bij hemzelf. Hij zei een eerder debat met de Kamer over de politiemissie in Kunduz verkeerd te hebben geïnterpreteerd.

De bewindsman zegt dat er geen uitbreiding van het mandaat van de missie nodig is om de inzet van de F-16 te verruimen.

SP-Tweede Kamerlid Harry van Bommel bracht de kwestie vorige week onder de aandacht. Hij is van mening dat het immoreel en onaanvaardbaar is om wel Nederlanders in nood te helpen maar geen bondgenoten.

Van Bommel wilde ook openheid over de inzet van de F-16-gevechtsvliegtuigen, omdat ze toch op zouden stijgen om bondgenoten te steuen.

De SP blijft wel tegen de politiemissie in Afghanistan op zich.

Air Task Force
De 4 F-16’s met 120 manschappen van de Air Task Force zijn gestationeerd op Camp Marmal bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif, de hoofdstad van de provincie Balkh, de westelijke buurprovincie van Kunduz.

De gevechtsvliegtuigen zijn bestemd om de Nederlande politietrainingmissie te ondersteunen. Ze voeren verkenningsvluchten uit en sporen bermbommen op.

Als Nederlandse eenheden of bondgenoten in nood verkeren mogen ze in actie komen en daarbij hun wapensystemen inzetten.

Zie ook:
SP wil openheid over inzet F-16's
SP achter verruiming mandaat F-16’s missie Afghanistan
SP blijft tegen missie Afghanistan en geeft voorkeur aan investering in onderwijs en economische ontwikkeling